Visie op cultuuronderwijs
Waarom Cultuureducatie?
Cultuur is in de maatschappij erg belangrijk. Evenals kunst. Beide pijlers vormen een belangrijk deel van de Nederlandse kenniseconomie en daarom is cultuureducatie essentieel. Cultuureducatie maakt onderwijs levendig en concreet. Het inspireert, stimuleert, motiveert en geeft leerlingen onvergetelijke ervaringen. Cultuureducatie is een belangrijke bouwsteen voor het kritisch denkvermogen en een onmisbare schakel in de vorming van identiteit. En niet geheel onbelangrijk; het brengt plezier en ontspanning (ICC,2011).
Cultuuroverdracht is van groot belang voor ieders betrokkenheid bij de samenleving. Iemand die kennisneemt van kunst, erfgoed en media, en daar bewust en actief mee bezig is, doet mee aan de samenleving en ontwikkelt begrip voor andere normen, waarden en culturen. Cultuureducatie stimuleert kinderen bovendien om andere ‘talen te spreken’, waardoor onvermoede talenten boven kunnen komen: leerlingen met een taalachterstand blijken bijvoorbeeld een groot toneeltalent te zijn.
Cultuureducatie in het basisonderwijs
De plek bij uitstek om zoveel mogelijk mensen in aanraking te brengen met cultuur is het basisonderwijs. Cultuureducatie maakt onderwijs levendig, concreet en aanschouwelijk. Het inspireert, stimuleert, motiveert en geeft kinderen onvergetelijke ervaringen. Leerlingen leren door het werken met cultuur beter kijken en beter vragen stellen.
Competenties
Wanneer scholen de keuze maken om actief aan de slag te gaan met cultuureducatie moeten ze dit goed kunnen onderbouwen. Leerlingen zijn bewust en onbewust met veel verschillende competenties aan het ontwikkelen wanneer zij bezig zijn met cultuureducatie. Hieronder volgen een aantal competenties die kinderen ontwikkelen door cultuureducatie:
1. Creërend vermogen
2. Vermogen zich te presenteren
3. Reflectief vermogen
4. Onderzoekend vermogen
5. Receptief vermogen
6. Vermogen tot zelfstandig werken
7. Vermogen tot samenwerken
8. Leren openstellen en kijken
9. Onderzoeken en toepassen
10. Zelf iets leren maken
11. Leren analyseren
12. Interpreteren en waarderen (LKCA, 2012).
Cultuureducatie als bijdrage aan het leerklimaat.
Cultuureducatie draagt bij aan een beter, rijker leerklimaat omdat deze vorm van onderwijs:
· gelegenheid biedt om te ordenen
· mogelijkheden biedt voor individueel en gemeenschappelijk leren
· ruimte biedt voor eigen initiatief
· inspiratie aanreikt uit andere culturen
· een tegenwicht vormt tegen de strakke beoordeling ‘goed-fout’
· een al te smalle focus op wat ‘nuttig’ is, corrigeert
· op meerdere intelligenties en beroep doet
· helpt om kerndoelen van andere leergebieden te realiseren (Cultuurnetwerk Nederland, 2006).
Visie op cultuureducatie
Een leerkracht alleen kan niet staan voor cultuureducatie in de hele school, hij kan wel een begin maken. Teamleden binnen de school kunnen de handen ineenslaan om te kijken hoe de samenhang tussen de cultuurvakken kan worden geoptimaliseerd. Enerzijds moet er worden gekeken naar wat wenselijk is (de visie), anderzijds naar wat haalbaar is (beleid).
Wenselijkheid hangt samen met de visie van de school. Wat wil de school met cultuureducatie? Een leerkracht alleen kan geen gestalte geven aan zo’n visie maar hij kan ook niet wachten tot er een visie is. Een visie op cultuureducatie groeit, door eraan te werken in de klas, door overleg tussen collega’s, door samenwerking in de school, door er aandacht aan te geven, door werk te maken van contacten buiten de school en met als belangrijkste factor, door ervaring. Het valt doorgaans niet mee om als team een visie te bepalen over waar de school naartoe wil. Het is ook niet nodig om met een schone lei te beginnen. Elke school heeft al een beginsituatie met soorten van cultuureducatie (Onna & Jacobse, 2013).
Ideale situatie
In een ideale situatie heeft iedere school zijn visie op cultuuronderwijs vastgelegd in het onderwijsplan. In het plan staan onder andere de horizontale en verticale leerlijnen beschreven.
De verticale leerlijnen zijn leerlijnen door de groepen 1 t/m 8 heen, met aansluiting op het voortgezet onderwijs. De horizontale leerlijnen geven de plaats van cultuur aan in de niet-cultuurvakken met daarnaast de aansluiting buitenschools.
Ook hebben scholen de culturele omgeving in kaart gebracht, waardoor zij in staat zijn alle vragen rondom cultuuronderwijs aan hun culturele omgeving voor te leggen. De lokale culturele aanbieders zijn in staat om vraaggericht te werken. Huidige producten als het kunst- en cultuurmenu, cultuurtrajecten en incidentele cultuurprojecten worden hierdoor onderdeel van geïntegreerde onderwijsactiviteiten.
In de ideale situatie kunnen de leerkrachten cultuur integreren in hun lessen
Visie op Cultuureducatie
Een visie kan omschreven worden als een idee met de kracht om werkelijkheid te worden. Met een visie is een school in staat om vorm en richting te geven aan de toekomst en helpt andere mensen om die toekomst ook waar te gaan maken. De school legt daarin vast waar het over een bepaalde periode wil staan en wat er bereikt moet zijn. Daarbij is van belang wat het gevoel is bij passie en inspiratie en waar cultuureducatie aan zou moeten bijdragen. Bij het formuleren van een visie gaat het dus vooral om:
1. Het schetsen van een helder toekomstbeeld.
2. Samenwerking met anderen die aan de realisatie van die visie gaan meewerken.
3. Rekening houden met wat er al speelt.
Een visie is om verschillende redenen erg belangrijk:
- Het formuleren van een visie zorgt voor betrokkenheid en een breed draagvlak.
- Een visie stelt de school in staat om keuzes te maken.
- Een visie maakt het mogelijk om anderen aan te spreken op specifieke competenties en vaardigheden.
- Een visie maakt reflectie mogelijk op het gezamenlijke proces.
- Een visie maakt ontwikkeling zichtbaar.
- Een visie zorgt voor structuur in de ontwikkeling van de school.
- Een visie geeft continuïteit, waardoor cultuureducatie minder afhankelijk wordt van personen.
Het bepalen van een visie is de eerste stap die een school moet zetten om een cultuureducatiebeleid vorm te geven. Vier stappen staan hierbij centraal: het bepalen van een visie, het vaststellen van de doelen, het verankeren van activiteiten en het schrijven van een plan.
Stap 1: Bepalen van een visie
De visie op cultuureducatie is de basis voor helder beleid. Een heldere visie geeft de rode draad aan van waaruit keuzes gemaakt worden en leidt tot samenhang in activiteiten.
Stap 2: Het vaststellen van de doelen
Aan de hand van de visie op cultuureducatie worden de doelen geformuleerd. Er zijn verschillende typen doelen: kerndoelen, vakspecifieke doelen en school specifieke doelen.
Stap 3: Het verankeren van de cultuureducatie activiteiten
Om cultuur educatieve activiteiten te verankeren, is het van belang te kiezen voor een structuur. Zo kan er gekozen worden voor een gestructureerd meerjarenplan, maar ook voor een thematische aanpak bij cultuur educatieve activiteiten of voor een gestructureerd programma cultuureducatie waarin relaties gelegd worden met de andere vakgebieden.
Stap 4: Schrijven van een cultuureducatieplan
Met de informatie die uit de bovenstaande stappen naar voren komt kan het cultuureducatieplan geschreven worden. Een dergelijk plan bevat de volgende onderdelen: visie, doelen, wijze van verankering, organisatie en budget (stappenplan cultuureducatiebeleid, 2007).
Tien stappen bij Visievorming
Er zijn veel aspecten waar scholen aan moeten denken als zij bezig zijn met het bepalen van hun visie op de rol van cultuureducatie. Het ministerie van OCW geeft daarvoor een aantal suggesties die kunnen dienen als uitgangspunt.
Wanneer een school zijn visie op cultuureducatie heeft bepaald kan er aandacht besteed worden aan cultuureducatie in de school. Dit is goed te combineren met het cultuureducatieplan wat in de vorige alinea beschreven is. Wanneer er een goed plan staat kan er gekeken worden naar samenwerking met andere scholen, dit heeft veel voordelen. De redenen dat scholen met elkaar gaan samenwerken kunnen erg verschillen. De meest voorkomende redenen zijn: een gebrek aan specifieke kennis, een gebrek aan tijd, een gebrek aan financiële middelen en een gebrek aan efficiëntie en/of effectiviteit (Cultuurnetwerk Nederland, 2009).
Uiteraard kan er behalve samenwerking met andere scholen ook gekozen worden voor samenwerking met culturele instellingen en/of met onderwijsbegeleidingsinstanties. Voor dit alles is er wel een duidelijke coördinatie nodig, dit wordt meestal gedaan door een ICC’er (interne cultuur coördinator). Eén van de taken van deze ICC’er zou kunnen zijn om te zorgen voor een doorlopende leerlijn voor de hele school, wanneer een school een goed cultuureducatiebeleid heeft moet deze zeker beschikken over een leerlijn doorlopend van groep 1 t/m 8 en aansluitend op het voortgezet onderwijs. Andere belangrijke taken die zeker gedaan moeten worden zijn de financiën, zorgen voor een structurele aanpak en als laatste, maar zeker niet onbelangrijk, de evaluatie (Cultuurplein, 2012).
Cultuur is in de maatschappij erg belangrijk. Evenals kunst. Beide pijlers vormen een belangrijk deel van de Nederlandse kenniseconomie en daarom is cultuureducatie essentieel. Cultuureducatie maakt onderwijs levendig en concreet. Het inspireert, stimuleert, motiveert en geeft leerlingen onvergetelijke ervaringen. Cultuureducatie is een belangrijke bouwsteen voor het kritisch denkvermogen en een onmisbare schakel in de vorming van identiteit. En niet geheel onbelangrijk; het brengt plezier en ontspanning (ICC,2011).
Cultuuroverdracht is van groot belang voor ieders betrokkenheid bij de samenleving. Iemand die kennisneemt van kunst, erfgoed en media, en daar bewust en actief mee bezig is, doet mee aan de samenleving en ontwikkelt begrip voor andere normen, waarden en culturen. Cultuureducatie stimuleert kinderen bovendien om andere ‘talen te spreken’, waardoor onvermoede talenten boven kunnen komen: leerlingen met een taalachterstand blijken bijvoorbeeld een groot toneeltalent te zijn.
Cultuureducatie in het basisonderwijs
De plek bij uitstek om zoveel mogelijk mensen in aanraking te brengen met cultuur is het basisonderwijs. Cultuureducatie maakt onderwijs levendig, concreet en aanschouwelijk. Het inspireert, stimuleert, motiveert en geeft kinderen onvergetelijke ervaringen. Leerlingen leren door het werken met cultuur beter kijken en beter vragen stellen.
Competenties
Wanneer scholen de keuze maken om actief aan de slag te gaan met cultuureducatie moeten ze dit goed kunnen onderbouwen. Leerlingen zijn bewust en onbewust met veel verschillende competenties aan het ontwikkelen wanneer zij bezig zijn met cultuureducatie. Hieronder volgen een aantal competenties die kinderen ontwikkelen door cultuureducatie:
1. Creërend vermogen
2. Vermogen zich te presenteren
3. Reflectief vermogen
4. Onderzoekend vermogen
5. Receptief vermogen
6. Vermogen tot zelfstandig werken
7. Vermogen tot samenwerken
8. Leren openstellen en kijken
9. Onderzoeken en toepassen
10. Zelf iets leren maken
11. Leren analyseren
12. Interpreteren en waarderen (LKCA, 2012).
Cultuureducatie als bijdrage aan het leerklimaat.
Cultuureducatie draagt bij aan een beter, rijker leerklimaat omdat deze vorm van onderwijs:
· gelegenheid biedt om te ordenen
· mogelijkheden biedt voor individueel en gemeenschappelijk leren
· ruimte biedt voor eigen initiatief
· inspiratie aanreikt uit andere culturen
· een tegenwicht vormt tegen de strakke beoordeling ‘goed-fout’
· een al te smalle focus op wat ‘nuttig’ is, corrigeert
· op meerdere intelligenties en beroep doet
· helpt om kerndoelen van andere leergebieden te realiseren (Cultuurnetwerk Nederland, 2006).
Visie op cultuureducatie
Een leerkracht alleen kan niet staan voor cultuureducatie in de hele school, hij kan wel een begin maken. Teamleden binnen de school kunnen de handen ineenslaan om te kijken hoe de samenhang tussen de cultuurvakken kan worden geoptimaliseerd. Enerzijds moet er worden gekeken naar wat wenselijk is (de visie), anderzijds naar wat haalbaar is (beleid).
Wenselijkheid hangt samen met de visie van de school. Wat wil de school met cultuureducatie? Een leerkracht alleen kan geen gestalte geven aan zo’n visie maar hij kan ook niet wachten tot er een visie is. Een visie op cultuureducatie groeit, door eraan te werken in de klas, door overleg tussen collega’s, door samenwerking in de school, door er aandacht aan te geven, door werk te maken van contacten buiten de school en met als belangrijkste factor, door ervaring. Het valt doorgaans niet mee om als team een visie te bepalen over waar de school naartoe wil. Het is ook niet nodig om met een schone lei te beginnen. Elke school heeft al een beginsituatie met soorten van cultuureducatie (Onna & Jacobse, 2013).
Ideale situatie
In een ideale situatie heeft iedere school zijn visie op cultuuronderwijs vastgelegd in het onderwijsplan. In het plan staan onder andere de horizontale en verticale leerlijnen beschreven.
De verticale leerlijnen zijn leerlijnen door de groepen 1 t/m 8 heen, met aansluiting op het voortgezet onderwijs. De horizontale leerlijnen geven de plaats van cultuur aan in de niet-cultuurvakken met daarnaast de aansluiting buitenschools.
Ook hebben scholen de culturele omgeving in kaart gebracht, waardoor zij in staat zijn alle vragen rondom cultuuronderwijs aan hun culturele omgeving voor te leggen. De lokale culturele aanbieders zijn in staat om vraaggericht te werken. Huidige producten als het kunst- en cultuurmenu, cultuurtrajecten en incidentele cultuurprojecten worden hierdoor onderdeel van geïntegreerde onderwijsactiviteiten.
In de ideale situatie kunnen de leerkrachten cultuur integreren in hun lessen
Visie op Cultuureducatie
Een visie kan omschreven worden als een idee met de kracht om werkelijkheid te worden. Met een visie is een school in staat om vorm en richting te geven aan de toekomst en helpt andere mensen om die toekomst ook waar te gaan maken. De school legt daarin vast waar het over een bepaalde periode wil staan en wat er bereikt moet zijn. Daarbij is van belang wat het gevoel is bij passie en inspiratie en waar cultuureducatie aan zou moeten bijdragen. Bij het formuleren van een visie gaat het dus vooral om:
1. Het schetsen van een helder toekomstbeeld.
2. Samenwerking met anderen die aan de realisatie van die visie gaan meewerken.
3. Rekening houden met wat er al speelt.
Een visie is om verschillende redenen erg belangrijk:
- Het formuleren van een visie zorgt voor betrokkenheid en een breed draagvlak.
- Een visie stelt de school in staat om keuzes te maken.
- Een visie maakt het mogelijk om anderen aan te spreken op specifieke competenties en vaardigheden.
- Een visie maakt reflectie mogelijk op het gezamenlijke proces.
- Een visie maakt ontwikkeling zichtbaar.
- Een visie zorgt voor structuur in de ontwikkeling van de school.
- Een visie geeft continuïteit, waardoor cultuureducatie minder afhankelijk wordt van personen.
Het bepalen van een visie is de eerste stap die een school moet zetten om een cultuureducatiebeleid vorm te geven. Vier stappen staan hierbij centraal: het bepalen van een visie, het vaststellen van de doelen, het verankeren van activiteiten en het schrijven van een plan.
Stap 1: Bepalen van een visie
De visie op cultuureducatie is de basis voor helder beleid. Een heldere visie geeft de rode draad aan van waaruit keuzes gemaakt worden en leidt tot samenhang in activiteiten.
Stap 2: Het vaststellen van de doelen
Aan de hand van de visie op cultuureducatie worden de doelen geformuleerd. Er zijn verschillende typen doelen: kerndoelen, vakspecifieke doelen en school specifieke doelen.
Stap 3: Het verankeren van de cultuureducatie activiteiten
Om cultuur educatieve activiteiten te verankeren, is het van belang te kiezen voor een structuur. Zo kan er gekozen worden voor een gestructureerd meerjarenplan, maar ook voor een thematische aanpak bij cultuur educatieve activiteiten of voor een gestructureerd programma cultuureducatie waarin relaties gelegd worden met de andere vakgebieden.
Stap 4: Schrijven van een cultuureducatieplan
Met de informatie die uit de bovenstaande stappen naar voren komt kan het cultuureducatieplan geschreven worden. Een dergelijk plan bevat de volgende onderdelen: visie, doelen, wijze van verankering, organisatie en budget (stappenplan cultuureducatiebeleid, 2007).
Tien stappen bij Visievorming
Er zijn veel aspecten waar scholen aan moeten denken als zij bezig zijn met het bepalen van hun visie op de rol van cultuureducatie. Het ministerie van OCW geeft daarvoor een aantal suggesties die kunnen dienen als uitgangspunt.
Wanneer een school zijn visie op cultuureducatie heeft bepaald kan er aandacht besteed worden aan cultuureducatie in de school. Dit is goed te combineren met het cultuureducatieplan wat in de vorige alinea beschreven is. Wanneer er een goed plan staat kan er gekeken worden naar samenwerking met andere scholen, dit heeft veel voordelen. De redenen dat scholen met elkaar gaan samenwerken kunnen erg verschillen. De meest voorkomende redenen zijn: een gebrek aan specifieke kennis, een gebrek aan tijd, een gebrek aan financiële middelen en een gebrek aan efficiëntie en/of effectiviteit (Cultuurnetwerk Nederland, 2009).
Uiteraard kan er behalve samenwerking met andere scholen ook gekozen worden voor samenwerking met culturele instellingen en/of met onderwijsbegeleidingsinstanties. Voor dit alles is er wel een duidelijke coördinatie nodig, dit wordt meestal gedaan door een ICC’er (interne cultuur coördinator). Eén van de taken van deze ICC’er zou kunnen zijn om te zorgen voor een doorlopende leerlijn voor de hele school, wanneer een school een goed cultuureducatiebeleid heeft moet deze zeker beschikken over een leerlijn doorlopend van groep 1 t/m 8 en aansluitend op het voortgezet onderwijs. Andere belangrijke taken die zeker gedaan moeten worden zijn de financiën, zorgen voor een structurele aanpak en als laatste, maar zeker niet onbelangrijk, de evaluatie (Cultuurplein, 2012).