Methodes Cultuureducatie
Methodes voor kunsteducatie in het basisonderwijs
Wanneer er op zoek wordt gegaan naar methodes voor kunsteducatie is hier erg veel te vinden wat aangeboden wordt op het voortgezet onderwijs. Een verplicht vak is hier CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming). Het vak is een kennismaking met allerlei kunstvormen en is bedoeld om de jeugd bekend te maken met kunst. Enkele vormen die vallen onder CKV zijn beeldend, tekenen, muziek, textiel, drama, film, video, mime en schilderkunst.
Een tegenvaller is dat een kennismaking met allerlei kunstvormen pas gedaan wordt wanneer leerlingen op het voorgezet onderwijs zitten. Op het basisonderwijs blijkt dit in de praktijk namelijk veel moeilijker te zijn. Er worden wel kunstlessen gegeven maar niet vaak zoals het vak CKV met elkaar in samenhang.
Helaas zijn er maar twee methoden kunsteducatie gevonden die wel geschikt zijn voor het basisonderwijs, dit zijn Kunst van 4 tot 12 en Moet je doen – Kunst en Cultuur.
Kunst van 4 tot 12
Kunst van 4 tot 12 is het resultaat van het ontwikkelproject Kunst in de Basisschool dat het LOKV (Nederlands Instituut voor Kunsteducatie) samen met twaalf steunfunctie-instellingen heeft uitgevoerd. De uitgave bevat 189 voorbeeldlessen om met kinderen te kijken naar en te praten over kunst. De lessen zijn bestemd voor alle leeftijdsgroepen in het basisonderwijs. Alle kunstdisciplines komen aan bod: beeldende kunst, film/foto/video, muziek, dans, theater en literatuur. Dit alles is ontwikkeld met financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Doel van Kunst in de basisschool was een lesmethode te ontwikkelen voor alle jaargroepen in het basisonderwijs, alle kunstdisciplines omvattend, bestemd voor de receptieve en reflectieve kunsteducatie en bedoeld om de afstand tussen kunst en kinderen te verkleinen en kinderen beter te leren kijken en luisteren naar kunst. Kunst in de basisschool streefde erna om een aanvulling te zijn op bestaande methoden voor de expressievakken (aansluitend op de kerndoelen), die de actieve component in de kunsteducatie omvatten.
Helaas is het niet gelukt om de complete lessenserie te voltooien. De methode bleek uiteindelijk te prijzig te worden, noodzakelijk vanwege de wens van de scholen, steunfunctie-instellingen en het LOKV om een methode te maken met veel materialen en videoregistraties van professionele kunstproducten. Met de prijs van het product kon om deze redenen niet veel mee gedaan worden, gelukkig doet dat niets af aan de grote waardering die de wel ontwikkelde lessen hebben ontvangen van alle belangstellenden waaraan het product is gepresenteerd en de personen die betrokken waren bij het ontwerpen van dit project.
In nauwe samenwerking met hen hebben de auteurs veel kennis en veel nieuwe ideeën ontwikkeld om te gebruiken bij de vormgeving van kunsteducatieve activiteiten voor kinderen in de basisschool. Daarom heeft het LOKV besloten de ontwikkelde lessen en het videomateriaal op een alternatieve manier toegankelijk te maken en te verspreiden. Dit wordt namelijk gedaan door een cd-rom en videoband en door middel van een training aan gebruikers. Dit is gedaan om de volgende redenen:
- Iedereen die lessen of projecten over kunst voor de basisschool maakt (of er anderzijds bij betrokken is) er inspiratie in vindt.
- De uitgave komt ten goede aan de vernieuwing en kwaliteit van de kunsteducatie aan kinderen van 4 tot 12 jaar.
- Het stelt kinderen in staat zich te verwonderen en te verbazen over kunst, hen nieuwsgierig maakt en hen leert beter te kijken en te luisteren.
- De afstand tussen kunst en kinderen wordt verkleind.
Moet je doen – Kunst en Cultuur
Bij kunstonderwijs kan er op dit moment wel met een volmaakte methode gewerkt worden. Voor basisscholen is dit mogelijk met de methode Moet je doen (Kunst en Cultuur), dit is een onderdeel van Moet je doen Expressie voor de basisschool. Deze methode is bestemd voor alle groepen in het basisonderwijs en kent een doorgaande leerlijn van groep 1 t/m 8.
De methode bestaat uit 26 thematische projecten die per bouw (1-2, 3-4, 5-6, 7-8) worden aangeboden. Per bouw zijn er zes projecten, daarnaast zijn er nog twee schoolbrede projecten. Elk project bestaat uit tien lessen en vult een compleet schooljaar.
In de methode komen de volgende vijf kunstdisciplines aan bod:
- literatuur voorlezen, creatief schrijven, luisteren, lezen, scenarioschrijven
- dans dansexpressie, gebruik van het lichaam, ruimte en choreografie
- drama acteren, luisteren, dramatiseren, improviseren
- cultureel erfgoed onderzoeken van bronnen, verzamelen van voorwerpen, archieven
en monumenten bezoeken.
- fotografie & animatie. fotograferen, filmen, monteren, licht en geluid, waarderen van
beeldmateriaal
Alle kunstdisciplines worden in elke bouw aangeboden.
De methode voldoet aan de kerndoelen van het leergebied kunstzinnige culturele oriëntatie. Deze kerndoelen worden als basisdoelstellingen beschouwd. In de projecten zullen de kinderen meer kennis opdoen, meer vaardigheden ontwikkelen en een rijkere attitude ontwikkelen op het kunstzinnige vlak dan de kerndoelen voorschrijven.
Iedere niet gespecialiseerde groepsleerkracht kan de lessen geven door een uitgebreide handleiding.
Voor- en nadelen van de methodes
Wanneer de bovenstaande methodes met elkaar vergeleken worden zijn er een aantal overeenkomsten, verschillen, voor- en nadelen op te merken.
De methodes zijn beide gericht op de leerlijn kunstzinnige oriëntatie en bestaan uit overstijgende lessen. Ook wordt cultuureducatie in beide gevallen aangeboden van groep 1 t/m 8 en ook vanaf groep één al alle kunstdisciplines.
Een groot nadeel van de laatst genoemde methode is dat Moet je doen een aparte uitgave heeft voor de vakken muziek en beeldende vorming. Ze bieden dit wel aan maar niet in dezelfde methode, het moet dus apart aangeschaft worden en de lessen passen dan niet binnen het project waar de leerlingen op dat moment mee bezig zijn bij Kunst en Cultuur. Uiteraard kunnen er wel passende lessen bij gezocht en aangepast worden, maar op deze manier wordt de methode Moet je doen – Beeldende vorming niet gebruikt zoals het eigenlijk wel zou moeten, want ook hier zit een doorlopende lijn in. Kunst van 4 tot 12 heeft wel lessenseries waarbij alle kunstdisciplines aan de orde komen en sluit wat dat betreft misschien al beter aan op het vak CKV dat ze op het voortgezet onderwijs krijgen. Helaas is deze methode nooit officieel uitgebracht en zijn het al vrij oude lessen, er komt geen nieuw uitgave en zo word het snel achterhaald.
Een grote schrok is sowieso dat er maar zo weinig beschikbaar is voor cultuureducatie op de basisschool. Dit stimuleert leerkrachten ook moeilijker om er mee aan het werk te gaan, vooral als de lessen/lessenseries/thema’s eerst allemaal nog zelf ontworpen moeten worden om er een goede rode draad in te krijgen.
Wanneer er op zoek wordt gegaan naar methodes voor kunsteducatie is hier erg veel te vinden wat aangeboden wordt op het voortgezet onderwijs. Een verplicht vak is hier CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming). Het vak is een kennismaking met allerlei kunstvormen en is bedoeld om de jeugd bekend te maken met kunst. Enkele vormen die vallen onder CKV zijn beeldend, tekenen, muziek, textiel, drama, film, video, mime en schilderkunst.
Een tegenvaller is dat een kennismaking met allerlei kunstvormen pas gedaan wordt wanneer leerlingen op het voorgezet onderwijs zitten. Op het basisonderwijs blijkt dit in de praktijk namelijk veel moeilijker te zijn. Er worden wel kunstlessen gegeven maar niet vaak zoals het vak CKV met elkaar in samenhang.
Helaas zijn er maar twee methoden kunsteducatie gevonden die wel geschikt zijn voor het basisonderwijs, dit zijn Kunst van 4 tot 12 en Moet je doen – Kunst en Cultuur.
Kunst van 4 tot 12
Kunst van 4 tot 12 is het resultaat van het ontwikkelproject Kunst in de Basisschool dat het LOKV (Nederlands Instituut voor Kunsteducatie) samen met twaalf steunfunctie-instellingen heeft uitgevoerd. De uitgave bevat 189 voorbeeldlessen om met kinderen te kijken naar en te praten over kunst. De lessen zijn bestemd voor alle leeftijdsgroepen in het basisonderwijs. Alle kunstdisciplines komen aan bod: beeldende kunst, film/foto/video, muziek, dans, theater en literatuur. Dit alles is ontwikkeld met financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Doel van Kunst in de basisschool was een lesmethode te ontwikkelen voor alle jaargroepen in het basisonderwijs, alle kunstdisciplines omvattend, bestemd voor de receptieve en reflectieve kunsteducatie en bedoeld om de afstand tussen kunst en kinderen te verkleinen en kinderen beter te leren kijken en luisteren naar kunst. Kunst in de basisschool streefde erna om een aanvulling te zijn op bestaande methoden voor de expressievakken (aansluitend op de kerndoelen), die de actieve component in de kunsteducatie omvatten.
Helaas is het niet gelukt om de complete lessenserie te voltooien. De methode bleek uiteindelijk te prijzig te worden, noodzakelijk vanwege de wens van de scholen, steunfunctie-instellingen en het LOKV om een methode te maken met veel materialen en videoregistraties van professionele kunstproducten. Met de prijs van het product kon om deze redenen niet veel mee gedaan worden, gelukkig doet dat niets af aan de grote waardering die de wel ontwikkelde lessen hebben ontvangen van alle belangstellenden waaraan het product is gepresenteerd en de personen die betrokken waren bij het ontwerpen van dit project.
In nauwe samenwerking met hen hebben de auteurs veel kennis en veel nieuwe ideeën ontwikkeld om te gebruiken bij de vormgeving van kunsteducatieve activiteiten voor kinderen in de basisschool. Daarom heeft het LOKV besloten de ontwikkelde lessen en het videomateriaal op een alternatieve manier toegankelijk te maken en te verspreiden. Dit wordt namelijk gedaan door een cd-rom en videoband en door middel van een training aan gebruikers. Dit is gedaan om de volgende redenen:
- Iedereen die lessen of projecten over kunst voor de basisschool maakt (of er anderzijds bij betrokken is) er inspiratie in vindt.
- De uitgave komt ten goede aan de vernieuwing en kwaliteit van de kunsteducatie aan kinderen van 4 tot 12 jaar.
- Het stelt kinderen in staat zich te verwonderen en te verbazen over kunst, hen nieuwsgierig maakt en hen leert beter te kijken en te luisteren.
- De afstand tussen kunst en kinderen wordt verkleind.
Moet je doen – Kunst en Cultuur
Bij kunstonderwijs kan er op dit moment wel met een volmaakte methode gewerkt worden. Voor basisscholen is dit mogelijk met de methode Moet je doen (Kunst en Cultuur), dit is een onderdeel van Moet je doen Expressie voor de basisschool. Deze methode is bestemd voor alle groepen in het basisonderwijs en kent een doorgaande leerlijn van groep 1 t/m 8.
De methode bestaat uit 26 thematische projecten die per bouw (1-2, 3-4, 5-6, 7-8) worden aangeboden. Per bouw zijn er zes projecten, daarnaast zijn er nog twee schoolbrede projecten. Elk project bestaat uit tien lessen en vult een compleet schooljaar.
In de methode komen de volgende vijf kunstdisciplines aan bod:
- literatuur voorlezen, creatief schrijven, luisteren, lezen, scenarioschrijven
- dans dansexpressie, gebruik van het lichaam, ruimte en choreografie
- drama acteren, luisteren, dramatiseren, improviseren
- cultureel erfgoed onderzoeken van bronnen, verzamelen van voorwerpen, archieven
en monumenten bezoeken.
- fotografie & animatie. fotograferen, filmen, monteren, licht en geluid, waarderen van
beeldmateriaal
Alle kunstdisciplines worden in elke bouw aangeboden.
De methode voldoet aan de kerndoelen van het leergebied kunstzinnige culturele oriëntatie. Deze kerndoelen worden als basisdoelstellingen beschouwd. In de projecten zullen de kinderen meer kennis opdoen, meer vaardigheden ontwikkelen en een rijkere attitude ontwikkelen op het kunstzinnige vlak dan de kerndoelen voorschrijven.
Iedere niet gespecialiseerde groepsleerkracht kan de lessen geven door een uitgebreide handleiding.
Voor- en nadelen van de methodes
Wanneer de bovenstaande methodes met elkaar vergeleken worden zijn er een aantal overeenkomsten, verschillen, voor- en nadelen op te merken.
De methodes zijn beide gericht op de leerlijn kunstzinnige oriëntatie en bestaan uit overstijgende lessen. Ook wordt cultuureducatie in beide gevallen aangeboden van groep 1 t/m 8 en ook vanaf groep één al alle kunstdisciplines.
Een groot nadeel van de laatst genoemde methode is dat Moet je doen een aparte uitgave heeft voor de vakken muziek en beeldende vorming. Ze bieden dit wel aan maar niet in dezelfde methode, het moet dus apart aangeschaft worden en de lessen passen dan niet binnen het project waar de leerlingen op dat moment mee bezig zijn bij Kunst en Cultuur. Uiteraard kunnen er wel passende lessen bij gezocht en aangepast worden, maar op deze manier wordt de methode Moet je doen – Beeldende vorming niet gebruikt zoals het eigenlijk wel zou moeten, want ook hier zit een doorlopende lijn in. Kunst van 4 tot 12 heeft wel lessenseries waarbij alle kunstdisciplines aan de orde komen en sluit wat dat betreft misschien al beter aan op het vak CKV dat ze op het voortgezet onderwijs krijgen. Helaas is deze methode nooit officieel uitgebracht en zijn het al vrij oude lessen, er komt geen nieuw uitgave en zo word het snel achterhaald.
Een grote schrok is sowieso dat er maar zo weinig beschikbaar is voor cultuureducatie op de basisschool. Dit stimuleert leerkrachten ook moeilijker om er mee aan het werk te gaan, vooral als de lessen/lessenseries/thema’s eerst allemaal nog zelf ontworpen moeten worden om er een goede rode draad in te krijgen.